Het decreet in het kort
Het Agentschap Opgroeien introduceerde al in 2019 het BOA-decreet. Dit nieuwe decreet heeft als doel een kwalitatief aanbod van buitenschoolse opvang en activiteiten te realiseren voor alle kinderen. Kinderen krijgen zo meer kansen om plezier te maken én hun talenten te ontwikkelen; ouders laten hun kroost met een gerust hart achter in een kwalitatieve leeromgeving.
De toepassing van het decreet bevindt zich op Vlaams niveau, de uitvoering ligt in handen van lokale besturen. Het zijn die lokale besturen die noden in kaart brengen, een meerjarenplanning opmaken en de brug slaan naar opvang-, onderwijs-, jeugd-, sport- en cultuurpartners.
De geleidelijke uitrol van het BOA-decreet ging in 2021 van start. De overgangstermijn tot 2025 geeft de lokale besturen de nodige tijd om een BOA-beleid uit te tekenen. Deze handige tijdlijn toont wanneer welke stap wordt gezet om het decreet te realiseren.
Het Gentse BOA-traject
We vragen aan Karleen De Rijcke, BOA-regisseur bij Stad Gent, om het BOA-verhaal concreter te maken. Stad Gent startte al in 2017 met een stadsbreed onderzoek. Relevante actoren binnen onderwijs, vrije tijd en opvang werden bevraagd. Ook polste de stad naar de wensen van ouders en kinderen.
De kinderen? Die willen tijdens de opvang samen chillen en samen spelen mét kwalitatief materiaal “dat niet voor kleuters of kapot is”. Hun wensen gaan ook over verbinding: “Eens iedereen bij elkaar roepen voor een groot spel.” Of ook: “Iemand die lief is en die glimlacht en die liefde geeft.”
Twee jaar later richtte Stad Gent een denktank op met actoren uit de verschillende sectoren. Zij vertaalden de onderzoeksresultaten naar vier concrete doelstellingen:
Voldoende, divers en kwalitatief aanbod
Gezinnen kennen en vinden hun weg naar het aanbod
Elk schoolkind heeft in elke wijk toegang tot kwalitatieve opvang en vrije tijd
Samen bouwen aan een verbindend en structureel verhaal - met participatie van aanbieders, ondersteuners, kinderen en ouders
Nadien startte Stad Gent drie proefprojecten in pilootwijken op om die doelstellingen om te zetten in concrete acties. Hierbij krijgen partnerorganisaties en kwaliteitscoördinatoren in de wijken de ruimte om hun rol te spelen. In de ene wijk wordt het aanbod verrijkt, in een andere wijk wordt ingezet op vormingen voor opvangbegeleiders en in de derde wijk werken ze aan het creëren van een warm nest voor kleuters tijdens de opvang. Een gedeelde goesting, het goed leren kennen van de partnerorganisaties in de wijken en aansluiting vinden bij onderwijs- en vrijetijdsactoren vormen de belangrijke succesfactoren voor een goede uitrol van BOA. En deze inzichten neemt Stad Gent mee naar de uiteindelijke uitrol van BOA in 2026.
Kansen voor cultuurorganisaties?
Het nieuwe BOA-decreet biedt cultuurorganisaties een kans om hun activiteiten verder te ontwikkelen en meer kinderen te bereiken. Barbara Binnebeek, coördinator van de cultuureducatieve organisatie Muzaïek en partner in de Gentse pilootwijken, ziet volop kansen.
"Binnen de schooluren is er soms minder ruimte voor cultuureducatieve projecten", vertelt Binnebeek. "Door in te zetten op naschoolse tijd, breek je toch binnen in de schoolmuren. Je kunt op die manier creativiteit stimuleren bij een brede groep kinderen, zonder vast te zitten aan strikte leerdoelen of lesuren."
"Een extra bonus is dat je als organisatie schooldirecties, leerkrachten en opvangbegeleiders beter leert kennen", legt ze uit. "Dit vergemakkelijkt de doorstroom naar je buitenschoolse aanbod en kan bijdragen aan stabielere inkomsten."
"Daarnaast ondersteunen we bij Muzaïek ook de opvangbegeleiders zelf. Door gerichte vormingen aan te bieden aan zij die de kinderen en de school goed kennen, versterken we hun zelfvertrouwen om ook met cultuur aan de slag te gaan - los van externe partners."
Kinderopvang draagt bij aan een kwalitatieve kinddag, en is niet louter een tussenperiode tussen schooltijd en vrije tijd.
Zijn er ook uitdagingen? "Het sleuren en zeulen met materiaal hoort erbij", zegt Binnebeek. "Je moet je verplaatsen naar de kinderen, wat betekent dat je steeds materiaal verhuist en rekening houdt met de bestaande ruimte. We zoeken daarvoor steeds naar oplossingen die realistisch zijn voor ons én houden ook rekening met wat de ouders, kinderen en de school nodig hebben.”
“Een andere uitdaging binnen het BOA-verhaal is aandacht voor de verschillende doelgroepen. Uiteraard wil je in de eerste plaats kwalitatieve activiteiten aanbieden voor kinderen, maar het moet ook betaalbaar zijn voor hun ouders, haalbaar voor scholen en ondersteund door opvangbegeleiders. Het is een kwestie van alle ballen in de lucht te houden en goed te communiceren.”
Ondanks deze uitdagingen is Binnebeek optimistisch over de kansen die het BOA-decreet biedt. "We geloven dat een kwalitatief naschools aanbod bijdraagt aan een kwalitatieve kinddag én ervoor kan zorgen dat een breder publiek toegang krijgt tot cultuur(educatie).”
Meer inspiratie?

Kunsteducatie in de buitenschoolse kinderopvang
Op welke manier kunnen we de kunsten - en de kunstenaar met zijn bijzondere manier van kijken en werken - in de buitenschoolse kinderopvang binnenbrengen? En welke rol spelen materiaal en ruimte daarbij?

Hop Up, creatief spelen in de buitenschoolse opvang
Van kapsalon tot onderzeeër. Of van onderzoekstafel tot snoezelhoekje. Hop Up kan alles worden wat kinderen (of hun begeleiders) willen. Eva Maréchal van Blenders vzw legt uit hoe je met dit materiaal elke lege ruimte tot creatieve speelplek omtovert.

KRAAIENNEST: muzische inspiratie binnen handbereik
KRAAIENNEST is een uniek digitaal platform voor de buitenschoolse opvang. Kunsteducatoren ontwikkelden er artistieke, kunsteducatieve en kunstzinnige spelactiviteiten op maat van BKO-begeleiders. Luk Lenoir is stuurman van dienst en doet het nieuwe initiatief van Kunst in Zicht uit de doeken.