Auteurs van dit manifest, ‘Verleiden tot het midden’, zijn Ann Saelens en Tanja Oostvogels, theaterdocenten met ruime ervaring in diverse contexten en in het ruime werkveld van de theatereducatie. Ze schreven het als sluitstuk van een langdurig onderzoek waarin ze nagingen hoe theaterdocenten vandaag te werk gaan wanneer ze jongeren autonoom willen laten creëren. Zo’n gegrond kunsteducatief onderzoek is vrij nieuw in Vlaanderen, en het belang beperkt zich niet tot het domein van creatie door jongeren. Veel van de inzichten die Saelens en Oostvogels ontsluiten kunnen immers ook dramastudenten aan kunsthogescholen dienen of zelfs theatermakers tout court. Is creëren niet altijd ook een beetje leren?
Het ‘midden’ waaraan Saelens en Oostvogels refereren in hun titel de risicovolle plek waar het leren plaatsvindt, metaforisch gezien de plek midden in de rivier waar de ene, veilige oever verlaten is, de overkant nog niet bereikt. Daar gebeurt het, volgens Saelens en Oostvogels, maar hoe geef je die plek vorm?
Als de introductievideo bij het roadtripevent alvast één ding duidelijk maakt, is het hoezeer jongeren ernaar snakken in hun verlangen naar deze plek serieus genomen te worden. Uit de jonge stemmen die aan het woord komen klinkt een mengeling op van ambitie, ernst, verlangen naar uitdaging, afkeer van vrijblijvendheid. En dan hebben we de jongeren zelf nog niet gezien, die zich bij de start van deze Roadtrip tijdens een live interventie tot de volwassenen in de zaal richten met een reeks soms paradoxale vragen, eisen en aanmaningen: van ‘Laat los’ tot ‘Daag uit’, van ‘Geef vertrouwen’ tot ‘Zaai twijfel’.
De paradox is niet vreemd aan de realiteit van de theatereducatieve praktijk, geven ook Saelens en Oostvogels toe, die vervolgens het woord nemen. Het is, nog voor ze hun manifest toelichten, een van de twee cruciale inzichten die ze verwierven tijdens hun gesprekken en observaties: dé methode bestaat niet. De uitkomst van hun manifest is dan ook een verzameling mogelijkheden, soms zelfs tegengesteld aan elkaar, waaruit de theaterdocent bewust of onbewust keuzes kan maken, in elke context en bij elke nieuwe ontmoeting - Saelens en Oostvogels noemen dit, met een term van de Nederlandse pedagoog Gert Biesta, teacher judgement. Tweede rode draad door het onderzoek is de noodzaak tot liefdevolle verbinding met de deelnemers, geïnspireerd op het werk van schrijfster Iris Murdoch. Een goede theaterdocent kijkt aandachtig, met liefde naar de ander.
Los van deze twee rode draden hebben Saelens en Oostvogels de resultaten van hun onderzoek verdeeld in vier grote hoofdstukken, met per hoofdstuk een aantal concrete aanbevelingen voor acties die een autonoom maakproces voor jongeren mogelijk maken. We geven de grote lijnen mee.
1. Om te beginnen moet je starten
Het ‘beginnen’ is misschien wel het moeilijkste onderdeel, getuigen ook de theaterdocenten in het panelgesprek tijdens de Roadtrip. Hoe creëer je een ruimte, maar ook een sfeer die voor alle deelnemers veilig voelt? Veiligheid is fundamenteel om in beweging te durven komen, zegt Jelle De Grauwe (Kunstkaai), maar omgekeerd is ‘bewegen’ ook vaak een goede methodiek om te starten. Bewegingsopdrachten helpen de schroom tussen onbekenden te overwinnen, ze bieden een grotere vrijheid om te associëren, het is ‘denken in actie’.
Over het begrip ‘veiligheid’ is vandaag veel te doen. Het kan een valkuil zijn, in die zin dat de angst voor 'onveiligheid' een open communicatie en artistieke uitdaging ook kan belemmeren. Georgina del Carmen Teunissen (TransfoCollect, RITCS) wijst erop dat er in de safe space weinig groeikansen liggen. Adanma Okoro (DEGASTEN) vult aan dat wat veilig aanvoelt bovendien verschilt per groep. Dat het artistieke proces zich niet in een context van ‘totale’ veiligheid kan afspelen, daarover zijn de docenten het eens - het weerspreekt ook het ‘gevaarlijke midden’ waarover Saelens en Oostvogels het hadden. Uiteindelijk wordt veiligheid door de groep preciezer ingevuld en gedefinieerd als een manier van omgaan met elkaar, een breed gedeelde overeenstemming over de manier waarop wordt gesproken en beslissingen worden gemaakt.
2. Om te weten wat je moet doen, moet je liefhebben
De fundamenteelste en misschien ook wel meest filosofische uitdaging voor theaterdocenten, zo klonk het al bij de inleiding tot deze Roadtrip. Voor deze tweede richtlijn neemt filosofe Katrien Schaubroeck ons mee in de diepte naar de ‘Filosofie van de liefde’ van schrijfster Iris Murdoch. Murdoch ziet omgaan met kunst immers als een vorm van educatie, als een morele richtingwijzer. Het is een houding, een manier van kijken - open en onbevooroordeeld - die niet gegeven is, maar dient geoefend te worden. Hoe beter en aandachtiger je kijkt, hoe makkelijker het goede zich aan je openbaart.
Om dus te weten hoe je als theaterdocent moet handelen, moet je vertrekken vanuit liefdevolle aandacht. Jongeren voelen het wanneer je uit liefde feedbackt, benadrukt Mathias Van der Goten (Kaaiman) in het panelgesprek. De Grauwe betoogt dat in de praktijk van de theatereducatie juist mogelijk wordt wat vaak in het reguliere onderwijs de tijd voor ontbreekt: een ruimte ontwikkelen om de dingen grondig te doen, om echt tot een ontmoeting komen, om samen op tocht gaan.
3. Om te helpen moet je soms spreken, soms zwijgen
Elke theaterdocent brengt diens eigen frame mee, diens eigen smaak ook. Maar het is belangrijk om ‘artistiek interessant’ te onderscheiden van ‘esthetiek’ of ‘smaak’, zo benadrukken verschillende docenten uit het panel. Iets is ‘artistiek interessant’ wanneer het ‘geleefd heeft’, wanneer er een zoektocht is geweest - ook al wijkt het resultaat van die zoektocht dan af van wat de docent ‘esthetisch interessant’ vindt.
Om het oordeel uit te stellen en zo het proces gaande te houden, om het vertrouwen intact te houden, zijn er verschillende strategieën mogelijk. Eén mogelijkheid bestaat er bijvoorbeeld uit om opdrachten te geven die de vorige opdracht doelgericht bijsturen - in plaats van mondelinge feedback ‘corrigeert’ een nieuwe opdracht de vorige. Jarne Van Loon (SAMWD Zottegem) vertelt op zijn beurt hoe hij ‘een pro is geworden’ in ‘vragen stellen’. De vragen die hij stelt zijn niet-oordelend, tegelijkertijd schuilt in elke vraag feedback en sturing.
4. Om te leren maken moet je leren maken
Om te creëren moeten jongeren ook een zeker ambacht verwerven - leren werken en daar de juiste tools voor vinden. Hoe maak je ‘ideëen’ zichtbaar, hoe breng je een binnenwereld naar buiten? Met een moodbord, met een schriftje, door te spelen met de materialen die in de ruimte aanwezig zijn? Ook wat betreft het sociale aspect ligt de focus niet op het resultaat, maar op het proces, benadrukt Van der Goten: je moet jongeren opleiden in werkethiek, en in de collectiviteit daarvan. Het leren schuilt ook in de gemeenschapsvorming met de mede-makers, het is een gezamenlijke zoektocht.
Uiteindelijk moet je jezelf als theaterdocent zo overbodig mogelijk maken, doordat de jongeren zelfstandig verder kunnen. Alle docenten benadrukken echter dat dit leerproces wederkerig is: door een zelfstandig proces te begeleiden met jongeren leren ze zelf veel bij als maker. Als docent ben je verplicht om helder te denken, geen stappen over te slaan. Ook theaterdocenten staan zelf nog alle dagen midden in de rivier.
Verleiden tot het midden
Onderzoekers en theaterdocenten Ann Saelens en Tanja Oostvogels hebben hun onderzoek en bevindingen ontsloten in de vorm van een toegankelijke blog en uitgebreide publicatie.
Nog meer inspiratie?
Hoe verleiden we jongeren tot cultuurparticipatie?
Om jongeren te verleiden tot cultuurparticipatie moet je hen ervaringen bieden die hen vooruit helpen in het proces van opgroeien. Dat is, kort gezegd, de boodschap van jeugdsocioloog Maike Kooijmans, die te gast was op het publiqForum van december 2023.
Stevig kader, vloeibare inhoud
In mei hield de Roadtrip Cultuureducatie halt in Leuven om het te hebben over vrijhavens (voor jongeren) waar veerkracht en verandering de toon zetten. Vanuit Stelplaats keken we samen over de grens naar internationale voorbeelden. Andreea Iager Tako van het Roemeense AMBASADA vertelt hoe zij het in Timisoara doet.
De kracht van spel en body work voor kinderen
Kan kunst een rol spelen in het leven van kinderen die opgroeien in conflictsituaties? Joke Laureyns van dansgezelschap kabinet K reflecteert.