In de mooie ruimtes van Z33, huis voor actuele kunst, design en architectuur, in Hasselt verzamelden 40 professionals uit de cultuureducatieve wereld. Hun werking dichter, bekender en meer in overeenstemming met het onderwijsveld krijgen, daar gaan ze voor. Twee praktijkvoorbeelden en het uitwisselen van ervaringen, hebben hen gevoed met nieuwe inzichten en inspiratie voor hun eigen werking. Welk idee pik jij op?

Praktijkvoorbeeld van Z33: “Het museum als klaslokaal”

Een simpel idee. Zo noemt Willem Vrancken het voorstel waarmee ze naar scholen trokken. Willem is, samen met Kiki Goossen, publieksmedewerker van Z33. ‘Gebruik ons museum als klaslokaal. Wie weet liggen er linken met je lessen.’ Dat was het. Dat er net op dat moment ook een tentoonstelling over innovatieve leerplekken liep, was uiteraard niet toevallig.

Concreet & enthousiast

Met dit voorstel belde het duo bij 4 secundaire scholen aan die op wandelafstand van Z33 liggen. ‘Bij hen viel immers de eerste en gemakkelijkste win te halen’, legt Willem uit. Geen flyers of mails naar algemene info-adressen dus. Wel de directe, persoonlijke aanpak. Soms konden ze meteen de directeur spreken, soms volgde er een afspraak. Maar altijd kregen ze na hun bevlogen en heldere uitleg, een enthousiaste ‘ja’.

De timing was immers goed gekozen: ze klopten eind augustus aan en het project was gepland voor de 4 weken tussen de kerst- en krokusvakantie. Een afgebakend geheel dus, wat het voor iedereen behapbaar maakte. Leraren konden bovendien zelf kiezen welk lesdoel ze tijdens het project nastreefden. Die ruimte voor eigen invulling, vonden velen een plus. Ook belangrijk: het was geen ‘moeten’. Alleen leraren die ervoor open stonden, stapten mee in het verhaal.

(c) Selma Gurbuz - Z33
De kracht van herhaling

Voor de 9 deelnemende leraren stond er eerst nog een rondleiding door het museum op de planning. ‘Want ook voor hen vormt hedendaagse kunst vaak nog een drempel’, vertelt Willem. Voor de leerlingen voorzagen ze een voortraject waarbij Willem en Kiki zichzelf en Z33 voorstelden in de klas. Pas daarna kwam elke groep 4 keer langs. ‘Net in die herhaling zit het potentieel’, benadrukt Willem. ‘De eerste week zijn ze nog bedeesd. In week 4 voelen ze zich al meer kind aan huis.’

Zo werd Z33 voor 106 leerlingen een tijdelijk klaslokaal voor hun les Wiskunde, filosofie, Frans, Nederlands, fotografie … Willem: ‘We voorzagen telkens een centrale ruimte in het museum met een scherm, blokken van piepschuim en houten planken. Daarmee konden ze zelf hun uitvalsbasis in het museum vormgeven. Wilden ze ‘op zaal’ werken, dan kon dat ook door simpelweg de deur te openen. Enige regel: je raakt geen kunstwerken aan. We gaven hen ons vertrouwen. En dat heeft gewerkt.’

Iedereen anders, iedereen comfortabel

Elke leraar pakte het op zijn manier aan. De wiskundeleraar maakte gebruik van de maquettes. De leraar Nederlands koppelde een schrijfopdracht aan een kunstwerk naar keuze. Er werden eindwerken economie voorgesteld waarbij ook de financieel directeur van het museum in de jury zetelde. ‘Door er gewoon te zijn, gebeurt er vaak al iets wonderlijks’, zegt Willem. ‘Dat leraren én leerlingen zich hier op vreemd terrein bevinden, schept bovendien een band. Het maakt de interactie meer open en persoonlijk.’

Met eenvoudige vragen op een groot bord, polsten Willem en Kiki na elke sessie naar ervaringen. Hoe comfortabel voelt iedereen zich in het museum bijvoorbeeld. Als orgelpunt was er de nocturne waar de betrokkenen ervaringen deelden en onderwijsspecialisten het project becommentarieerden en in breder perspectief zetten. Al die input goot Z33 in deze brochure.

Conclusie? Iedereen ervaarde de tijdelijke, ruimtelijke switch als positief. Niet verrassend, want in een boeiende omgeving kom je gemakkelijk tot leren en blijft de leerstof gemakkelijker ‘plakken’. Of leerlingen nu ook echt sneller zullen binnenstappen in Z33? Dat valt nog af te wachten. Een vervolg is wel al zeker. Willem: ‘We hopen er iets permanents van te maken. Als het even kan met meer interactie met de reguliere bezoekers.’

(c) Selma Gurbuz - Z33

Praktijkvoorbeeld theater Artemis: “Lessen in vertrouwen in een wereld vol paniek”

Het Nederlandse theater Artemis brengt fictie en theater binnen in basis- en secundaire scholen. Daarbij bevragen ze steeds de wereld en zetten ze de leeromgeving op z’n kop. Dat doen ze via schoolvoorstellingen, zoals de ‘driedaagse’ maar ook door grootse schoolprojecten. Die laatste zien ze als labo voor de rest van hun werking. ‘Het is ons research department’, zeggen educatiemedewerkers Liesbet Swings en Evelien Kanters.

B.E.A.S.T. is zo’n schoolproject. Het betrekt alle leerlingen, ook de kleuters, en spreekt hen aan op hun niveau. B.E.A.S.T. liep 6 weken lang gedurende twee dagen per week in een basisschool in Koekelberg en in ‘s-Hertogenbosch. Het opzet? De scholen ombouwen tot een winstgevend bedrijf. Hoe ze dat deden via theater en hoe ze kinderen lieten nadenken over winstbejag en andere neveneffecten? Kijk hier vooral zelf.

Gezocht: school

‘Voor zulke schoolprojecten is een school bereid vinden het moeilijkst’, vertelt Evelien. Niet omwille van het kostenplaatje, dat wordt grotendeels opgevangen door Artemis, maar wel door de grote tijdsinvestering en impact. ‘De school in Koekelberg vonden we uiteindelijk via een plaatselijke kunstenaarsalliantie.’

Bij een driedaagse performance ligt dat anders. Dan komt een acteur 3 dagen langs op school voor een theatrale performance. De onverwachte gast prikkelt de verbeelding van 4- tot 8-jarigen. ‘Vaak kopen gemeentes voor al hun scholen het project in, zodat het kostenplaatje hetzelfde is voor grote en kleine scholen. Dat scholen hun leerlingen niet op een bus moeten zetten richting theater vinden ze een plus.’

(c) Theater Artemis
Fictie en frictie

Bij beide formats bouwt Artemis veel zorg in, want de impact van hun werk kan groot zijn. Bij kinderen, leerlingen én ouders. ‘We doen niet wat de school vraagt, maar bieden een aanvulling op hun leerinhouden. Sommige ouders en leraren vinden dat spannend omdat we thematieken aansnijden die ‘niet-veilig’ zijn. Maar volgens ons is de school dé plek waar je kan oefenen hoe je het onbekende tegemoet gaat. Vandaar onze baseline: we geven lessen in vertrouwen in een wereld vol paniek.’

Uiteraard hebben ze daarbij oog voor wie zich er ongemakkelijk bij voelt. Daarom starten ze met een voorgesprek waarin ze de leraren, ouders en leerlingen voorbereiden op wat komen gaat. ‘We vertellen dan niet dat het om een theatervoorstelling gaat om de verbeelding niet te ondermijnen. Wel dat we frictie zullen veroorzaken. En dat we onder goede begeleiding zullen onderzoeken hoe dat net komt.’

Uitwisseling onder de deelnemers: Op zoek naar succesfactoren en tips

Duid aan welk idee jij interessant vindt voor je eigen werking.

Hoe bereik je onderwijsactoren en scholen?
  • Door inzicht en kennis te krijgen in hoe onderwijs werkt: wanneer is er ruimte in de planning? Welke doelen moeten ze bereiken?

  • Via vergaderingen van koepelorganisaties: daar is elke actor aanwezig.

  • Via een Lerarendag die je speciaal voor die doelgroep organiseert.

  • Via persoonlijk contact: stap naar de leraar, naar de directie, de schepen van onderwijs…

  • Via een helder, concreet, haalbaar (financieel, bereikbaar…) voorstel met ruimte voor de leraar om er z’n lesdoel in te bereiken.

  • Via een goede omkadering en het bieden van beleving. Die maken van een bezoek aan je cultuurhuis meer dan een losstaand uitstapje.

  • Via bliksemstages waarbij leerlingen kort stage in je organisatie lopen en er zo contact met en goodwill bij de school ontstaat.

  • Door je cultuurhuis aan te bieden als plek voor een scholenvergadering, personeelsvergadering…

  • Via een maaltijd: eten geven werkt altijd ;)

  • Via je eigen passie, gedrevenheid waarmee je een project voorstelt.

(c) Selma Gurbuz - Z33
Hoe maak je de samenwerking duurzaam?
  • Via ambassadeurs die je verwent.

  • Door te zorgen voor goed communicatiemateriaal dat je initiatief zichtbaar en bekend maakt. Filmpjes en foto’s die de inhoud verduidelijken en gedeeld kunnen worden, werken als een megafoon voor je project.

  • Via verdiepen in plaats van opschalen: ook kleinschalige projecten kunnen een succesverhaal zijn.

  • Ook kleine experimenten kunnen gericht bijdragen aan een groter masterplan.

  • Door eerst praktische drempels weg te nemen. Het artistieke kan dan nadien centraal staan.

  • Via een aanbod dat aansluit bij de noden van de school. Bevraag de school.

  • Verminder de planlast voor scholen: subsidies en projectmiddelen aanvragen kost hen veel moeite.

  • Mik op het olievlek-principe.

(c) Selma Gurbuz - Z33

Kende je dit al?

Op Cultuurkuur.be vind je praktijkvoorbeelden en contactinformatie van scholen. Maar ook

Nog meer inspiratie?

Onderzoek

Match je werking met het onderwijs

12 nov. 2024

Cultuurorganisaties en scholen werken bijna dagelijks samen. Maar hoe begin je eraan? En hoe kun je je bestaande praktijk verbeteren? Een brochure bundelt de belangrijkste inzichten van cultuureducatoren.

Meer lezen
Praktijkvoorbeeld

"Wat doet die meneer aan dat kruis?"

30 aug. 2024

De Kunstbrug: hoe een superdiverse school Vlaams erfgoed omarmde

Meer lezen
Praktijkvoorbeeld

Interioor: luisteren naar de akoestiek van een ruimte

31 jan. 2024

Kunstorganisatie aifoon laat deelnemers op een open en avontuurlijke manier ontdekken hoe ze luisteren. De toolbox 'Interioor' stimuleert leerlingen en leerkrachten om te luisteren naar de akoestiek van een klaslokaal en deze aan te passen op een persoonlijke manier.

Meer lezen