Wat was de Expeditie Early Arts?
Uitwisselen over hoe je kan inzetten op cultuur voor de allerjongsten? Dat deden we in de Expeditie Early Arts. Tijdens 3 bijeenkomsten doorheen 2020 gingen we met een tiental deelnemers aan de slag rond de allerjongsten, konden we uitdagingen voorleggen aan elkaar en kregen we de kans om tips & ideeën uit te wisselen. Tussen de bijeenkomsten door kon je in je eigen praktijk aan de slag met wat je oppikte.
Over Karel
Karel Van Ransbeeck volgde een professionele opleiding aan het Nationaal Poppentheater te Boedapest (Hongarije) en aan de Hogeschool voor Theater, Film en Televisie te Brussel. Sinds 1994 is Karel artistiek leider bij Theater De Spiegel. Dit theatergezelschap werd door zijn vader gesticht als poppen-theater. Karel groeide er op en nam de leiding van zijn vader over. Hij verlegde de klemtoon van poppentheater naar de unieke combinatie van poppen en objecten met muziek.
In zijn artistieke zoektocht gaat Karel Van Ransbeeck steeds weer op zoek naar een symbiose tussen figuren, objecten, muziek, geluid, tekst... om zo een theatertaal te ontwikkelen voor een groot publiek. De werking voor de allerkleinsten is een intrinsiek deel van Theater De Spiegel geworden.
Taal is niet nodig om te communiceren
“Als artiest merkte ik dat ik vaak toegevingen moest doen naar een ouder publiek om connectie te vinden. Heel jonge kinderen bleken mij en mijn werk beter te begrijpen”, zo begint Karel zijn verhaal. Zijn werk vertrekt steeds vanuit observaties van de doelgroep: hoe kijkt zo’n kind naar de wereld?
Taal is uiteraard een barrière als je werkt met kinderen jonger dan 2 jaar. Maar Karel ziet dit niet als een probleem: “Het doel is om tot een soort universele communicatie te komen. Wat kunnen we samen voelen? Wat gebeurt er emotioneel met ons als we iets ervaren, observeren, meemaken? Op die vragen staat geen leeftijd.”
Natuurlijk heeft het jonge kind niet de ervaringen van een volwassene. Ons brein ontwikkelt enorm snel en veel op jonge leeftijd. Het verschil tussen het brein van een kind van 2 en een kind van 4 is eigenlijk even groot als het verschil tussen het brein van iemand van 10 en iemand van 20 jaar.
Jonge kinderen communiceren veel meer dan wij denken
Dat de allerjongsten niet terugpraten wil niet zeggen dat ze niet communiceren. Jonge kinderen communiceren veel meer dan wij denken en op andere manieren dan met het gesproken woord.
Een allereerste cultuurervaring is niet vanzelfsprekend
Hoe komen de allerjongsten bij jouw aanbod terecht? Beslissen om naar je aanbod te komen doen ze niet zelf. Die beslissing wordt voor hen gemaakt en als het hun ouders zijn die hen meenemen zijn dat vaak mensen die weinig of geen ervaring hebben om met een jong kind cultuur te beleven.
Duidelijkheid scheppen is dus enorm belangrijk. Dit begint al van voor de start van je activiteit: bij het onthaal, of zelfs nog eerder in de communicatie op voorhand.
Karel geeft het voorbeeld van de samenwerking tussen Theater De Spiegel, Musica en Provinciaal Domein Dommelhof in Neerpelt. Bij de eerste editie van dit festival liep er heel wat in het honderd, gewoon omdat de families die kwamen nog nooit een voet gezet hadden in het cultuurcentrum dat als locatie gebruikt werd. Ze kenden de gedragscodes niet, vonden hun weg niet, waren heel onzeker. Hier een oplossing voor bieden, is niet alleen een kwestie van wegwijzers te plaatsen. Zo’n familie met een baby en een peuter heeft er vaak al een bewogen reis opzitten van een ongelukje in de wagen tot gedoe met de vele spullen die mee moeten in de buggy. Een warme hartelijke ontvangst die een stukje ontzorgt, is dan enorm belangrijk om de culturele ervaring te doen slagen. Laten we dus niet vergeten: voor ons als aanbieders begint de voorstelling als het licht uitgaat of het museumbezoek start, voor de familie begint de trip als ze het huis uitgaan. Een jong kind heeft vaak al heel veel prikkels te verwerken gekregen vooraleer het in jouw cultuurhuis toekomt.
De allerjongsten meekrijgen in je verhaal? De sleutel zit bij de ouders
Een ander kenmerk van piepjong publiek is dat deze deelnemers vaak erg onvoorbereid zijn als ze bij jou toekomen. De ouders maakten de keuze voor het kind en je kan aan een heel jong kind ook niet uitleggen wat er gaat gebeuren. Wil je dus zorgen voor een fijne, niet-beangstigende ervaring voor die jonge kinderen? Stel dan vooral de ouders gerust!
Een heel jong kind of baby is onlosmakelijk verbonden met de ouders. Neurologisch is bewezen dat ze zich helemaal op hen afstemmen. Als je dus de ouders kan geruststellen van bij de aanvang (of ervoor zelfs), zal dit ook een positief effect hebben op de kinderen en hoe zij je aanbod beleven.
De start van de voorstelling of het bezoek bepaalt ook heel erg hoe de rest van de activiteit zal verlopen. Kan je ouders meekrijgen in een onderzoekende modus, waarin ook de ouder zich comfortabel genoeg voelt om uit te stralen naar het kind ‘ik weet ook niet wat er gaat gebeuren, maar ik ben wel benieuwd en ik wil het graag met jou ontdekken’? Dan zullen de kinderen gemakkelijk mee op onderzoek gaan. Geef je de ouders een context van in een kring op een kussentje zitten? Dan worden ze toeschouwers, en zullen de allerjongsten in hun gezelschap zich ook meer als toeschouwer gedragen.
De allerjongsten dwingen je om tot de essentie te komen
Eén van de vele uitdagingen van het werken met baby’s en peuters is dat je moet vertrekken vanuit het gegeven dat je publiek geen enkele voorkennis of context heeft. Dit daagt je uit om jezelf in vraag te stellen en jezelf misschien een stukje heruit te vinden. Zoek naar wat je wil vertellen en waarom. Kleed je verhaal uit tot de meest pure vorm en test dan uit met je publiek. Hoe ervaren zij wat jij hen biedt? Die openheid geeft de mogelijkheid voor het publiek om interesse te hebben, zich te verwonderen en te ontdekken. En zo ga jij als kunstenaar of aanbieder zien dat je publiek misschien heel andere accenten legt dan wat jij dacht. Of misschien bevestigen ze net? Of verdiepen ze jouw insteek?
Wanneer is het artistiek genoeg?
De deelnemers van de Expeditie Early Arts worstelen met het spanningsveld tussen iets bieden op maat van je doelgroep en het behouden van voldoende artistieke waarde. Hoe ga je daarmee om? Karels antwoord was erg duidelijk: De allerjongsten zijn veel meer gefascineerd door het ‘echte’ materiaal, dan door het ‘verkleuterde’ materiaal. Dit is voor ons als organisatoren of makers vaak een ‘klik’ die we moeten maken.
Waarom zou een ‘vertaalslag’ überhaupt nodig zijn? Als het echte zo fascineert, ook voor de allerjongsten, waarom geven we het hen dan niet? Geef hun geen onnozel papiertje, geef hun een canvas. Geef hun geen stiften, maar drie kleuren verf om te mengen en mee te experimenteren. Zo, in experiment, leer je veel meer over schilderkunst dan door een kleurplaat in te kleuren of iets na te tekenen. Daarom is het belangrijk dat cultuureducators en publieksmedewerkers ‘the real thing’ introduceren in hun aanbod voor de allerjongsten. Vaak worden zij te laat betrokken in het proces om het artistieke naar het publiek te brengen. Ideaal zou zijn dat curatoren of artistiek medewerkers samen nadenken mét de publiekswerkers of educatoren hoe het ‘echte’ ook naar de allerjongsten gebracht kan worden.
Geef kinderen tijd om te wennen en laat de volwassenen mee doen
Wanneer de allerjongsten aankomen in een museum, hebben ze wat tijd nodig om te wennen aan een nieuwe plaats en situatie. Het is van groot belang de kinderen rustig hun gang te laten gaan en hen zelf te laten rondkijken en ontdekken. Ze zien alles wat wij misschien niet observeren en bekijken de wereld op een geheel andere manier. Natuurlijk kan niet alles aanraakbaar zijn, maar vaak zijn daar oplossingen voor. Denk maar aan objecten op ooghoogte plaatsen voor de kinderen.
Ook de ouders of begeleiders zijn vaak nieuwsgierig maar durven niet goed meteen actie te ondernemen. Als zij loskomen, merk je dat de kinderen ook meer gaan durven en ontdekken.
Als het jonge kind kan aanvoelen dat de begeleider zich veilig voelt, dan zal het zelf ook met meer vertrouwen op ontdekking kunnen gaan.
Bouw dus je voorstelling/tentoonstelling op zodat begeleiders en kinderen samen voorzichtig kunnen starten met verkennen en in contact komen met de kunst of de kunstenaar. Karel: “Jonge kinderen hebben nog niet veel angsten. Een kind dat jonger is dan 3 jaar heeft hevige angst om te schrikken. Andere angsten komen pas later. Als het jonge kind kan aanvoelen dat de begeleider zich veilig voelt, dan zal het zelf ook met meer vertrouwen op ontdekking kunnen gaan. Vergeet dus niet de begeleiders of ouders op hun gemak te stellen!”
Een balans tussen het abstracte en het concrete
Hoe meer lagen er zijn, hoe meer invalshoeken je aanbiedt en hoe meer mensen van verschillende leeftijden kunnen inpikken op een activiteit. Het maakt datgene wat je wil aanbieden rijker. Toch wordt ons vaak aangegeven dat je een simpel verhaaltje moet vertellen voor een heel jong publiek.
Twee woorden zijn hier steeds van belang volgens Karel: abstractie en concretie. “Met abstractie verwijzen we naar het nieuwe dat het publiek moet ervaren: taal bijvoorbeeld. Concretie staat voor communicatie van de taal in dit voorbeeld. Het is het concrete dat ons de veiligheid geeft om iets nieuws te willen of te kunnen ontdekken. Dat geldt voor jonge kinderen, maar ook voor volwassenen. Zorg er dus voor dat je van het concrete vertrekt. De nieuwsgierigheid delen en samen op pad kunnen gaan, zorgt voor een samenwerking tussen ouder en kind.” De Spiegel geeft daarom veel aandacht aan het proces van toekomen. Het is voor ouders meteen duidelijk dat ze zullen moeten meedoen, ze ook hun schoenen moeten uitdoen, … Er ligt ook materiaal om dat verband houdt met het thema van de voorstelling om al eens te bekijken. Dat zijn dan geen kinderboeken, maar bijvoorbeeld echte kunstboeken waar iedereen, ook de allerjongsten, in mag kijken.
Vertrouw op de ontdekkingskracht van het kind
Tot slot geeft Karel ons mee: “Durf vertrouwen op hoe het kind met verwondering zal ontdekken, in dialoog met een kunstenaar of kunstwerk. Als je dat vertrouwen hebt, en voldoende ruimte geeft, kan er iets prachtigs ontstaan.”
Ruimte geven, zit bijvoorbeeld in tijd geven om te observeren, te luisteren… en daarna ook in het wachten voor de kinderen echt gaan dialogeren. Bijvoorbeeld: als een muzikant iets doet met een ritmeinstrument en het kind ook zo’n instrument in de handjes krijgt, dan zal het kind er niet meteen mee aan de slag gaan. Het kind wacht tot de volwassene ‘klaar’ is en denkt na wat het er zelf mee kan. Je hoeft dus geen onmiddellijke reactie te wachten.
Over Theater De Spiegel
Theater De Spiegel maakt muziektheater voor de allerjongsten. Acteurs en muzikanten spelen met figuren, ruimte, muziek én publiek. Dit heerlijke samenspel leidt tot knusse en hartverwarmende voorstellingen. Het theater stimuleert de nieuwsgierigheid, verwondering en fantasie van zowel kinderen als hun ouders of begeleiders.
Theater De Spiegel bracht onlangs een interessante publicatie uit waarin je alles te weten komt over hun inzet voor de allerjongsten en waarom die zo belangrijk is. Download de online versie hier.
De Spiegel: Theater voor de allerjongsten
In de nieuwe publicatie van Theater De Spiegel kom je alles te weten over hun inzet voor de allerjongsten en waarom die zo belangrijk is. Kinderen met de leeftijd 0 tot 4 jaar worden namelijk vaak onterecht vergeten. Theater De Spiegel is ervan overtuigd dat zij, net zoals iedereen, het recht hebben om te genieten van een volwaardig cultureel aanbod.
Cultuur in de Brusselse kinderdagverblijven
Al meer dan 8 jaar werken Theater De Spiegel en Montagne Magique in Brussel samen om kunst naar de kinderdagverblijven te brengen.
Samenwerking De Spiegel, De Bijloke, VCOK & Stad Gent
Hoe kan een kinderdagverblijf naar aanleiding van een culturele activiteit in een cultureel huis terechtkomen en ook ontmoeting stimuleren tussen ouders onderling en ouders en begeleiders? Ontdek het in dit verhaal van samenwerking!