1 zomer, 4 plekken

“GC Ten Noey heeft een traditie van naar buiten treden” zegt Michaël Borgers, die de camping neerpootte en het geheel coördineerde. “De vorige jaren was er al ‘Bouwen aan de zomer’ waarbij organisaties, kinderen en passanten samen aan hun buurt bouwden. Camping Josée is daar een verderzetting van. En ging een stap verder. Waar we vroeger tijdens de zomervakantie 1 locatie aandeden, zijn we dit jaar op 4 plekken in Sint-Joost neergestreken. Telkens voor 2 weekends. Ik vind het trouwens sowieso erg belangrijk dat je als GC of CC naar buiten trekt.”

Nomadisch werken vergroot het bereik, maar het vraagt heel veel logistiek werk. Michaël moest nutsvoorzieningen, vergunningen, opslag en transport regelen voor 4 plekken. Door het vele weekendwerk is de impact op het personeel ook groot. “Het vergt heel veel energie, maar ik denk dat het meer dan de moeite is geweest.”

Het campingconcept: één vlag, vele ladingen

“Het grote voordeel van een campingconcept is dat bijna alles kan. Op een camping gaan nu eenmaal allerlei soorten animaties door. Communicatief is ‘Camping Josée’ ook gemakkelijker dan ‘Bouwen aan de zomer’. De term is taalneutraal en dat is meegenomen”, vertelt Michaël. De communicatie liep via de traditionele kanalen: flyers, affiches, Facebook. “Maar de sterkste manier om de mensen te bereiken is gewoon je aanwezigheid. Als we op vrijdagochtend op een nieuwe plek begonnen met opbouwen -inclusief vuile was die ophing tussen de bomen- werden passanten al nieuwsgierig. Dat triggerde hen.”

Er is veel aandacht naar kinderen gegaan. Omdat ze er nood aan hebben,
maar ook omdat ze een heel goede manier zijn om hun ouders erbij te betrekken
Michael Borgers
Coördinator Camping Josée

“Een sterke affichecampagne zorgt er dan voor dat mensen een notie hebben van wat er gebeurt eens ze het zien. Ze kwamen ook terug als ze al eens geweest waren. Er is veel aandacht naar kinderen gegaan. Omdat ze er nood aan hebben, maar ook omdat ze een heel goede manier zijn om hun ouders erbij te betrekken.” Bereikten ze nu ook een ander publiek dan wat normaal naar Ten Noey komt? “Zeker,” zegt Michaël, “maar ik betwijfel of het ook gelukt is om hen ook echt naar het GC toe te leiden.”

Coronaproof werken in de publieke ruimte

Het campingconcept speelde in op de vraag om in de eigen buurt te kunnen ontspannen. “Die nood werd versterkt door het corona-verhaal”, zegt Michaël. “Het was niet vanzelfsprekend om op vakantie te gaan.” Het terug claimen van publieke ruimte voor spel, ontspanning en ontmoeting tussen buurtbewoners was een andere doelstelling van Camping Josée. “Sint-Joost heeft veel smalle straten en veel autoverkeer. We wilden de publieke ruimte dus weer innemen, maar moesten ze door covid tegelijk ook afsluiten, omdat we een in- en uitgang nodig hadden om de controle over het aantal bezoekers te bewaren.”

Dat afsluiten, was nodig, maar jammer. “Het wekt weerstand op, gaf soms frictie”, merkt Michaël op. “Sommige buurtbewoners zagen hun vaste passage van de winkel naar huis verdwijnen of de plek waar ze altijd met hun hond op een bankje zaten. Denk er dus vooral aan dat een publieke ruimte publiek is: mensen bewegen zich erin. Het is de bedoeling dat je met de lokale bewoners in contact treedt en niet dat je ze wegduwt.”

Participatief of vooraf geprogrammeerd?

Bij een participatief project is een evenwicht vinden tussen wat al vastligt en wat je openlaat, niet eenvoudig. Camping Josée loste het op door in eerste instantie met 2 kunstenaressen aan de slag te gaan. “Tatiana Wolska verzorgde de bouwateliers met hout en Anne Mortiaux de klei-ateliers. Zo hadden we een kader zonder dat de vorm vastlag. Die was gebonden aan de locatie, de beschikbare materialen en de passanten. In het Franciscuspark is een boomhut gekomen omdat die nood er bestond. Op een andere plaats werd het een tunnel.

Als je gewoon met een wit blad op locatie gaat, is de kans groot dat het leeg blijft.

De ateliers vormden de basis, samen met de plek waar je iets kon drinken, en -als covid het toeliet- iets kon eten. “Daarnaast programmeerden we nog andere workshops, concertjes… om zo kansen te creëren voor lokale talenten. Het programma van het tweede weekend was lichter om ruimte te geven aan dingen die spontaan ontstonden. Dat lukt niet altijd. Je moet zelf de plek leren voelen en kenen. Daarom werd er ook last-minute nog geprogrammeerd.”

“Het belangrijkste voor mij is dat we hebben durven programmeren, ook bovenlokaal. De mythische reuzenslang Quetzalcóatl van MetX is langsgeweest, net als K.A.K. met hun robotjes. We hebben voor plezier en cultuur durven zorgen én tegelijk was er ruimte om iets spontaans te laten ontstaan. Als je gewoon met een wit blad op locatie gaat, is de kans groot dat het leeg blijft.”

Nog meer lokale partners

Er kwamen best veel lokale partners langs op de camping. De cultuurbeleidscoördinator van de gemeente was sterk betrokken en de gemeente zelf. De bibliotheek kwam langs met een mobiele bib. Ze lazen er verhalen voor en zorgde voor de krant. Brede School leerde er kinderen schaken.

“Afhankelijk van de locatie werkten we met nog andere organisaties samen. Zo organiseerde De Schakel een bingo voor ouderen en was er een karaoke-avond met een Franstalig theatergezelschap.” Toch ziet Michaël mogelijkheden om nog meer in te zetten op lokale partners en verenigingen. “Het was heel kort dag om alles te organiseren. Met een langer voortraject hadden we hen nog meer in het programma aanwezig kunnen laten zijn. Dat had Camping Josée nog straffer gemaakt.”