Het vrijetijdsaanbod in de doorsnee Vlaamse en Brusselse steden is verrassend breed. Naast de fuiven van de jeugddienst en de gemeentelijke sportkampen kunnen zij namelijk ook terugvallen op een bloeiend verenigingsleven. Daarvan getuigt ook Neerpelt, waar Wim Neven publiek en aanbod zo dicht mogelijk bij elkaar probeert te brengen. Al is dat niet altijd even gemakkelijk.

Wedden op één paard

“Het aanbod tot bij het vooropgestelde publiek brengen is stap nummer één, maar dan moet je andersom ook nog het publiek tot bij het aanbod kunnen brengen. Van veel verenigingen denkt het bestuur nog steeds dat die zaken vanzelf gaan, dat door je evenement één keer aan te prijzen in een folder iedereen wel de weg vindt. Jammer genoeg werkt het niet zo.”

De overtuiging dat het niet nodig is om op verschillende paarden in te zetten, bleek ook uit de invoercijfers van Neerpelt die Sam meebracht. “Dezelfde namen van dezelfde invoerders kwamen steeds terug. Het waren ook vaak leden van het gemeentepersoneel die invoerden, in plaats van verenigingen zelf. Dat terwijl de UiTdatabank één centrale bron is van waaruit veel verschillende publiekskanalen vertrekken.”

Geef je een activiteit daar in, op één plaats, dan kan jouw event op de website van Het Belang van Limburg of in de regionale agenda van Het Nieuwsblad verschijnen. “Veel verenigingen denken nog steeds: ‘we moeten dat doen van de gemeente’. Ze beseffen zelf niet altijd dat ze daar baat bij hebben. Dat is de boodschap die wij, vanuit Neerpelt, moeten blijven herhalen: de voordelen van die extra zichtbaarheid.”

Quick win

“Op korte termijn hebben we vooral ingezet op de quick wins die Sam ons toonde: het groeipotentieel wat betreft de huidige communicatiekanalen, de mogelijkheid om een UiT in Neerpelt-website te lanceren en het gebruik van de UiTdatabank. Later, wanneer er weer iets meer tijd vrij is, kunnen we ook op lange termijn denken, door bijvoorbeeld te gaan kijken naar de verschillende publieksprofielen en hoe we die kunnen aanspreken.”

Op de vraag of zo’n opleiding aan te raden is, antwoordt Wim alvast positief. “Absoluut. Elke gemeente krijgt ongeveer met dezelfde zaken te maken. Je krijgt de nodige achtergrond, maar ook heel praktische zaken en voor jouw gemeente specifiek. Bovendien haalt Sam ook genoeg treffende en grappige voorbeelden aan.” Dat maakt dat droge cijfers meteen heel wat gemakkelijker door te slikken zijn.

Wat is dat, een mini-audit?

Een opleiding op maat van jouw gemeente, vertrekkend vanuit de invoercijfers van de UiTdatabank, rond de centrale vraag: ‘Hoe kan onze vrijetijdscommunicatie nog beter?’. Deelvragen die daarbij beantwoord worden: Is het aanbod in de UiTdatabank compleet? Waar zijn er manco’s? Hoe kunnen we de invoer optimaliseren? Dat leidt tot een ‘gegevensverzamelingsplan’. Vervolgens wordt er verder ingegaan op de communicatiekanalen, zowel in functie van het totaalplaatje als elk kanaal apart. Afronden gebeurt met het belangrijkste: het publiek. In dat deel ligt de focus op vragen als ‘hoe leren we hen kennen?’ en ‘kunnen we nog meer op hun behoeften inspelen?’.

Begeleiding op maat

Mini-audit van je vrijetijdscommunicatie

Wat zit al goed en wat kan beter in de communicatie rond vrije tijd, vanuit de stad of gemeente?

Meer lezen